Coöperatie Woloum Neere

Activiteit in 2019: Landbouwproject coöperatie van Woloum Neere

In 2019 zijn we van start gegaan met de uitvoering van een landbouwproject op de oever van de Senegal-rivier, zeven kilometer van het dorp Woloum Neere, in het zuiden van Mauritanië. De plaats Woloum Neere ligt in de regio Gorgol (departement Kaédi). Het dorp telt meer dan 40.000 inwoners. In de directe omgeving van het dorp liggen zeven andere dorpen met een totale bevolking van ruim 100.000 mensen. Een deel van de bewoners uit deze dorpen is ook lid van de coöperatie.

De bevolking in dit gebied bestaat uitsluitend uit landbouwers en veehouders. Zij zijn bijna helemaal afhankelijk van de aanwezige landbouwgronden die zij elk jaar twee keer bewerken. Een deel van de grond is natuurlijk grasland voor het vee. Er zijn koeien, schapen, geiten, kamelen, paarden en ezels.

De levensomstandigheden in dit gebied zijn zwaar door de onregelmatige regenval en vanwege de bijna totale afwezigheid van infrastructuur. Het voortbestaan van de gemeenschap vereist een aanpassing van hun levensstijl aan deze harde, natuurlijke omstandigheden.

Door de huidige, verslechterende omstandigheden gedwongen, kiezen veel jongeren ervoor het gebied te verlaten om naar de grote steden te trekken. Hier komen ze echter moeilijk aan het werk en vallen ze gemakkelijk ten prooi aan criminelen. Terugkeren zonder geld is voor hen geen optie. Als gevolg van deze situatie vergrijst de bevolking in het gebied en wordt de gemeenschap steeds kwetsbaarder. Er zijn steeds minder handen om het werk te verrichten en het wordt steeds moeilijker om van de landbouw en de veeteelt te leven. De gemeenschap zoals die nu is georganiseerd, wordt in feite met uitsterven bedreigd.

Hoewel landbouwers en veehouders in dit gebied altijd al met elkaar in conflict waren over het gebruik van land, laait de strijd de laatste jaren steeds meer op onder druk van de verslechterende omstandigheden. Onze projecten richten zich op het verbeteren van de levensomstandigheden van de plaatselijke bevolking in het gebied. Als de opbrengst van de landbouwgronden groter wordt en de inkomsten hoger, zal er minder aanleiding voor conflicten zijn.

Organisatie van de dorpelingen

De bewoners van het dorp Woloum Neere zijn goed georganiseerd in verschillende comités. Er is een comité bestaande uit zes vrouwen. De vrouwen beschikken over een werkplaats waar zij bij elkaar komen om te naaien, lokale activiteiten te bespreken en de taken te verdelen. Zij krijgen een deel van de moestuin, die onderdeel is van het project, in hun beheer. Hier verbouwen ze groente. De opbrengsten zijn voor henzelf. Er is een comité van jongeren dat zich met school, sport en culturele zaken bezighoudt. Het derde comité van zes mannen richt zich op andere zaken die in het dorp spelen. Zo zorgen zij er bijvoorbeeld voor dat maisvelden worden beschermd tegen kamelen, regelen ze dat waterputten schoon worden gehouden en bemiddelen ze bij conflicten. De verschillende comités komen regelmatig bijeen onder leiding van het hoofd van het dorp om over zaken die de het hele dorp aangaan te discussiëren en op zoek te gaan naar oplossingen voor problemen binnen de gemeenschap.

Activiteiten

De hoofdactiviteit is het opzetten van een duurzaam landbouw-, veeteelt- en moestuinbedrijf dat voorziet in de behoeftes van de deelnemers en in een duurzaam gegarandeerd inkomen. De deelnemers, hun dieren en de opbrengsten van het land staan centraal. Zo verkopen de bewoners het overschot van de opbrengst van de moestuin. Het geld dat dit oplevert, besteden ze voor het kopen van hun overige voedsel, maar ook voor spullen voor de school van de kinderen.

Het project is gebaseerd op een model voor plaatselijke verbetering van de productiviteit en diversificatie van lokale producten. Het model voorziet in het creëren van arbeidsplaatsen in de landbouw, moestuinen en veeteelt.

Tientallen personen krijgen de gelegenheid om een opleiding te volgen in vakken die van direct nut zijn. Een aantal deelnemers krijgt de mogelijkheid versneld een vakopleiding te doorlopen, die wordt verzorgd door ervaren dierenartsen, landbouwers en tuinders. Na hun opleiding en trainingen worden deze deelnemers zelf ingezet als opleiders en trainers in de regio en daarbuiten. Zo ontstaat een kernteam, waarin de plaatselijke bevolking is vertegenwoordigd. Dit team implementeert sociaaleconomische ontwikkeling en draagt zorg voor de benodigde ondersteuning hierbij.

Uitvoering van het project, algemeen

Bij wijze van experiment wordt gras vanuit Europa geïmporteerd, omdat dit rijk is aan voedingsstoffen. Met dit gras als voedingsbron vermenigvuldigen de dieren zich sneller, tegen lagere kosten. De dieren worden vervolgens tegen relatief lage (en concurrerende) prijzen op de plaatselijke markten verkocht. Door het gebruik van Europees gras wordt tevens de noodzaak weggenomen het vee telkens te verplaatsen. Bijkomende voordelen zijn dat er zo een oplossing komt voor overbegrazing en conflicten over gebruik van land worden voorkomen.

Een totale oppervlakte van 7,5 hectare grond wordt gebruikt voor de uitvoering van de activiteiten. Mogelijke overschotten van de oogstopbrengsten en de veehouderij worden verkocht. De opbrengst hiervan worden gebruikt als investering, voor bijvoorbeeld het aanschaffen van naaimachines voor de vrouwen of een machine om graan te vermalen.

Het projectgebied wordt in verschillende delen opgesplitst:

1,8 hectare is bestemd voor fruitteelt. Op deze grond komen sinaasappel-, appel- , guave-, papaja-, citroen-, limoen-, mango-, en bananenbomen. Ook lokale fruitsoorten zoals jujube en murtoode worden hier geplant;

1,8 hectare is bestemd voor de teelt van maïs, sorghum en andere soorten graan;

1,8 hectare is bestemd voor moestuinen. Hier worden verschillende soorten kool, bloemen, beetwortelen, wortels, aardappel, bonen, uien, zoete aardappel, meloenen, courgettes, peper, piment, etc. geteeld;

1,8 hectare is bedoeld voor de teelt van gras voor de melk- en vleeskoeien. Een deel hiervan is bedoeld om braak te blijven liggen en op een ander deel blijft het gras behouden. Dit wordt gedroogd en is bestemd als veevoer;

voor de overige 0,3 hectare wordt nog een bestemming geregeld.

Landbouw en fruitteelt

Het land wordt opgedeeld t.b.v. diversificatie en intensivering van de productie. Op de grond worden afwisselend verschillende soorten groente, fruit en graan verbouwd om de grond vruchtbaar te houden en braakligging te voorkomen. Uitgangspunt is dat de landbouwgronden gedurende het jaar permanent en zo efficiënt mogelijk gebruikt worden.

Veeteelt

De projectdeelnemers voeren dit onderdeel van het project later zelf uit. Zij brengen een deel van hun kuddes – tientallen koeien, geiten en schapen – bijeen op daarvoor bestemde percelen, op een vierde deel van het totaaloppervlak.

Als de opbrengsten hoog genoeg zijn, verkoopt de coöperatie het overschot van het vee en de dierlijke producten. Deze worden dan verkocht tegen concurrerende prijzen op een van de plaatselijke markten in de aangrenzende dorpen om de bevolking daar van voedsel te voorzien.

Irrigatie

Er wordt een irrigatiesysteem aangelegd op het terrein. Het systeem bestaat uit een aantal onderdelen, waaronder een put en een waterpomp die werkt op zonne-energie (via zonnepanelen). Via de pomp wordt het water opgepompt en opgeslagen in een reservoir. Vervolgens wordt het water gebruikt voor irrigatie. Het project is innovatief, omdat de bevolking op deze manier gedurende het hele jaar de beschikking heeft over vruchtbare grond. Zij zijn niet meer afhankelijk van de regenval.

Cursussen en trainingen

Cursus digitale vaardigheden

Er worden tafels, schriften, pennen, laptops, computers en printers verzameld om een cursus digitale vaardigheden op te zetten in het dorp. De cursus is in eerste instantie bedoeld voor de dorpelingen. Vervolgens zal de cursus aan bewoners van omringende dorpen worden aangeboden.

Train de trainers

Wij leiden een aantal groepsleiders op tot trainers. Zij krijgen bijvoorbeeld trainingen op het gebied van microfinanciering, ondernemerschap en een training op het gebied van grondbewerking. De groepsleiders geven vervolgens trainingen binnen hun eigen groep, zodat de groepsleden leren hoe ze kunnen sparen, hoe ze onderling geld kunnen lenen, hoe ze geld kunnen investeren en hoe ze hun landbouwgrond kunnen bewerken.

Samengevat gaat het om de volgende trainingen:

  • microfinanciën (lenen en sparen);
  • ondernemerschap;
  • grond bewerken (o.a. product-rotatie);
  • technieken voor de conservering van producten en zaden;
  • bestrijden van onkruid en ongedierte;
  • omgaan met werktuigen;
  • basiskennis over boekhouding en marktonderzoek;
  • conflicthantering;
  • mensen- en volkerenrechten;
  • vergadertechniek;
  • traditionele geneeswijzen.

Doel van het project

Met dit landbouwproject leveren we een bijdrage aan de sociaal-economische ontwikkeling van dit gebied en krijgen bewoners de mogelijkheid zich te ontplooien. Het doel is dat ze straks op een duurzame manier in hun eigen onderhoud kunnen voorzien. Via voortzetting van de activiteiten verbeteren bewoners hun omstandigheden op een duurzame manier en versterken ze hun positie als zelfvoorzienende gemeenschap.

De toegepaste werkwijze wordt overgedragen op dorpen in de omgeving, die met vergelijkbare problemen worden geconfronteerd.

De doelstellingen op een rij:

  • Sociaaleconomische stabiliteit en vooruitgang creëren;
  • Versterken onafhankelijkheid en duurzaam zelfvoorzienend vermogen;
  • De bevolking van de kennis en de middelen voorzien, die nodig zijn om de levensomstandigheden te verbeteren;
  • Voorkomen dat jongeren wegtrekken uit het gebied;
  • Voorkomen dat de strijd over land tussen landbouwers en veehouders oplaait;
  • Overdracht van de werkwijze naar andere plaatsen in de regio.

Verwachte resultaten:

  • Verbetering van de levensomstandigheden van de plattelandsbevolking;
  • Verbetering van de levensomstandigheden en conditie van hun dieren;
  • Meer werkgelegenheid en beter toekomstperspectief voor jongeren in hun geboortestreek;
  • Versterking van de sociaaleconomische positie van het gebied;
  • De bevolking is beter opgeleid;
  • Geen oplaaiende conflicten over land;
  • De bevolking heeft gegarandeerde inkomsten en is duurzaam zelfvoorzienend;
  • De bevolking en de dieren zijn gezonder. Ziektes worden adequaat bestreden.